top of page

wie je bent!

Niet wat je leuk vindt,

 

Iets later dan afgesproken komen we binnen. “Ja, het is lunchtijd.” O, sorry hoor. Denk ik. We zijn maar een kwrtiertje later. Maar mijn gedachten zijn voorbarig. “Willen jullie ook een bordje? Nou, jullie blikken zien er uitgehongerd uit.” Coby loopt al ver voor ons uit. Langs een kinderwagen met slapende baby richting de keuken. Aan de eettafel zitten een prachtige jonge vrouw, duidelijk Coby’s dochter, en een slanke oudere vrouw. Je ziet gelijk dat ze danseres moet zijn. Ik weet niet waarom. Haar houding? Het opgestoken haar? De zwarte kleding? “Dit is mijn dochter Eva. En Martha, een vriendin en collega dansdocent.” Ze schenkt ondertussen thee voor ons in.

 

Coby (58) heeft een etalier. Geen atelier, een etalier. Coby maakt decoratie-eten. Een opdrachtgever is bijvoorbeeld Mandemakers Keukens.

 

De eettafel is gedekt. Mijn oog valt gelijk op een halve taart en een schaaltje kruiden. Is dat echt of is dat nep? Broodjes, een stuk kaas, gekonfijte sinaasappel met chocola, tomaatjes, een potje met koffiebonen. Rond de eettafel staat een witte bank, een eetkamer stoel en een luie stoel. De keuken heeft geen standaard keukenkastjes boven het aanrecht, maar een onaf geschilderde beige muur. Ook de woonkamer is niet standaard ingericht. Eigenlijk is de woonkamer niet ingericht. Er staan nog dozen en stapels platen tegen de muur. Toch is het er gezellig en huiselijk.

 

“Wat willen jullie eigenlijk weten? Hoe lang hebben jullie nodig?”

Nee, ze heeft geen haast. En praat rustig verder. Over haar moeder die altijd achter het aanrecht stond en dat ze als puber dacht 'dat ga ik dus nooit doen.' En vervolgens professioneel achter het aanrecht staat. Over dat het niet belangrijk is wat je leuk vindt, maar wie je bent. “Je kan wel bedenken wat je leuk vindt, maar uiteindelijk ga je toch doen wat je bent, dat houd je niet tegen. Mijn andere dochter, Lisa (21) woont nu met een Spanjaard in London. Zei pas dat ze echt niets met rommelmarkten wil gaan doen. -Ja, mijn moeder nam mij altijd mee naar rommelmarkten en ik mijn kinderen dus ook.- En het eerste wat ze vertelt voer London is dat ze naast een rommelmarkt is gaan wonen.”

Ik vraag aan Eva wat zij dan doet. “Ik verkoop tweedehands kleding op internet. Wel het hogere segment, merkkleding. Het is voor ons gewoon een sport om de schatten te vinden op een rommelmarkt. En we hebben dat talent.” Haar ogen twinkelen.

 

 

 

Ondertussen krijgen we een stuk mokkataart. Toch niet nep dus. Is al het eten dat ze maakt eigenlijk nep? “Nee, ik zocht weer een uitdaging en ben echte taarten gaan bakken. Het kan beide. Je weet het hier nooit” En ze geeft ook dansles? “Ja, vooral aan ouderen. Wist je dat je je kraakbeen kan verbeteren door te bewegen als je oud bent? Ik wil hier ook een les gaan starten om de soepelheid van iedereen te bevorderen.” Opeens heeft ze het over haar eigen ouderworden. “Ik zag een filmpje van een paar jaar geleden en dan zie je toch dat de lef eruit is. Ik ben een keer gevallen en als ik dan zie hoe ik een rondje draai.. Vroeger vloog ik dan door de zaal. Misschien moet ik er mee ophouden denk ik dan. Maar weet je dat wij na een les of na het zien van zo een filmpje -als dansers onder elkaar- er uren over kunnen blijven praten? Het begint gelijk na de les en het eindigt uren later dronken in een café.”

Ook over eten kan ze uren praten.

“Bij ons thuis werd vroeger besproken wat iemand gegeten had als hij ergens geweest was. Dat vond ik zo stom. En nu doe ik het zelf ook. Zie je, het gaar er niet om wat je leuk vindt, het gaat erom wie je bent.”

 

We lopen naar het etalier. Zonder Eva ze moet haar baby voeden en daarna haar zoontje ophalen.

Martha gaat wel mee.

 

Het etalier is prachtig. Ze vertelt over de deuren, het geld van de keuken die in het etalier heeft gestoken. (De standaard geleverde keuken moest ze niet hebben en daarom kreeg ze €1000,-) Over hoe gaaf de tegenstelling is tussen het Roomse van het gebouw en het Franse van haar etalier.

Ze laat een zelfverzekerde vrouw zien. “Gaaf hier hé!”

Ze vertelt over de concessies die ze moest doen. De vitaminepillen die ze slikte omdat ze geen geld had voor appeltjes. Over de groepen die ze hier al heeft gehad. Fantastische kinderfeestjes. En ambtenaren die ze verrast met de tweede kamer; achter de grote statige deuren. “De voorkamer is zoet en champagne. En dan zeg ik ‘nou, we moeten de tafel maar gaan denken’ en dan gaan die deuren open en staat alles prachtig gedekt klaar. Damast, kristal, kaarsen.”

Over de hele familie die hier komt eten, inclusief ex-man. Dat eten zo belangrijk is. Dat het de boel bij elkaar houdt of weer kan brengen.

Dan op de foto. Alleen die foto lukt niet gelijk. Paul vraagt haar het pantser ever los te laten. En hij valt. Meteen.

“Ik wil niet weer zielig op de foto.” Zegt ze onzeker.

Op alle foto’s van mezelf zie ik altijd dat hele leven, dat lijden.”

Ben jij zo zielig dan?

“Het leven is wel hard. Het is echt niet makkelijk. Alleen je kinderen op voeden. Zoeken naar manieren om geld te verdienen.”

Waarom laat ze dan zoveel anders zien?

Dit etalier. Die prachtige zelfverzekerde dochter met een eigen bedrijf en haar andere kinderen die een weg zoeken om met passie te werken?

 

“Maar dan sta ik hier te bedienen voor 10 kantoorklerken en dan denk ik, er is ergens iets fout gegaan. Wat heb ik gedaan? Jullie werken van 9 tot 5 en ik ren hier rond om je nog een glaasje wijn te geven. De rest vergeet ik dan even. Dat is ook zo. Niet opschrijven hoor!”

Waarom niet?

Ach je hebt ook gelijk. Als je maar ook vertelt dat ik de diepgang in het leven het belangrijkst vind.”

bottom of page