top of page

DE VOORDEUR gaat automatisch achter je dicht. Er loopt een vrouw met emmers en een man met verward haar. Hij schuift een oude drukpers twee centimeter naar links. Dan geeft hij een hand. "Helma? Eind van deze gang, gewoon doorlopen." Weg is hij.

De bedrijvigheid, grote hal en statige trappen geven je niet het idee dat dit een soort rusthuis is. Totdat je de eerste stap in de gang zet. Het tapijt verraadt de geaardheid. Ja, zo woonde mijn oma ook.

De appartementen zijn daarentegen totaal anders. Het zijn geen kleine hokjes met een bed, een tafel en een Perzisch tapijt zoals bij mijn oma. De ruimte is 10 meter lang met evenveel ramen.

 

We zijn in het huis van Helma Keijzers-Hörmann (67). Helma woont sinds september in het Ru van Rossem Huis. Samen met haar man. Hij is gitarist, zij zangeres. De dozen staan nog onuitgepakt en haar broer verft de deur. De eerste bewoners zijn er in juli ingetrokken. Er staan nog 10 appartementen leeg.

"We wonen hier nog maar net. Er moet nog zoveel gebeuren. En je komt bijna nergens aan toe. Als je een stap op de gang zet, is er altijd wel iemand die iets wil weten of wil overleggen."

Helma is één van de weinige amateurkunstenaars. Ze zingt in het Tilburgs Bachcantatekoor en ze is ook de secretaris van de stichting.

Dan komt ook Marianne Klep(76) de woning van Helma binnen. Een andere bewoonster van het Ru van Rossem Huis. Helma groet vriendelijk terwijl ze doorgaat met dozen openen. “Koffie? Oh jee, de koekjes zijn kwijt."

Direct biedt Marianne aan om bij haar koekjes te halen. "Ja, dat is nou zo handig van dit project", zegt Marianne. Voordat ze verder kan praten, begint Helma te vertellen: "we zijn hier om elkaar te helpen. Mijn buurman is net geopereerd en loopt op krukken. Ik ging vanmorgen een boodschap doen en dan vraag je gelijk of je iets mee kan nemen. Gister heb ik nog een brief voor hem gepost."

RU VAN ROSSEM HUIS; EEN RONDLEIDING

Marianne en Helma vertellen enthousiast over hun nieuwe huis.

In dit huis leef je je eigen leven. Met extra ruimte voor je talent. Letterlijk. Want iedereen heeft zijn eigen atelier en er is ook een gezamenlijk atelier.

"We hebben ons eigen leven, maar je houdt elkaar wel in de gaten. Er zal hier niemand een dag dood in zijn stoel zitten."

 

Ze kunnen elkaar makkelijk helpen en dat wordt ook van je verwacht. Als iemand ziek is doe je boodschappen en kook je. "Maar er komt wel thuishulp. Wij helpen elkaar niet douchen. En ik help je ook niet om je steunkousen aan te trekken. Dat is voor mij veel te zwaar", zegt Marianne hoofdschuddend.

 

Tijd om het gebouw te bewonderen.

Een (niet al te kleine) wandeling laat zien dat dit geen ordinair aanleunwoningencomplex is.

Zo is er de kapel.

De kapel is nog niet af. De betonnen vloer is aan het drogen. De ruimte is reusachtig. En helemaal leeg. Geen altaar, geen bank, alleen het kleine doopbakje zit nog in de muur bij binnenkomst. De bewoners willen er exposities gaan houden.

De twee dames leiden ons door het complex. Van de kapel door de balzaal naar het gezamenlijke atelier, wat ooit een keuken was inclusief ruimte voor het personeel om te eten.

Er zijn 29 woningen beschikbaar waarvan er nu 23 bewoond zijn. Het gebouw telt drie verdiepingen, maar soms duikt er opeens een klein trapje op naar een tussenverdieping. Eén naar een gang met nog vijf ateliers. Eén naar enkele opslagruimten. “Dit is nog niet de zolder hoor. Die zien we straks”, zegt Helma enthousiast.

Een trap omhoog brengt je bij vier keurig ingerichte ateliers om vervolgens via een trap in een gigantische zolder terecht te komen. De zolder is enorm lang en oogt smal. Hij heeft om de drie meter een schattig dakkapelletje, maar het blijft er donker. De raampjes zijn nog geen halve vierkante meter. De ruimte loopt over de gehele lengte van het gebouw. Nu is het opslag. "We gaan er heus wel iets mee doen. We weten alleen nog niet wat." Marianne praat zacht en bescheiden. In tegenstelling tot Helma, die is zo enthousiast over het huis. Ze raakt er niet over uitgepraat.

De beslissing om naar het complex te verhuizen was niet echt moeilijk. "Je levert wel wat in natuurlijk. Wij woonden in een groot vrijstaand huis. Maar je ziet al snel wat je ervoor terug krijgt!"

"Wij wonen in een ONrusthuis"

Harry Vlamings (76) was vanaf het begin betrokken bij de oprichting van Ru van Rossem Huis. "Het is prettig om met gelijkgezinden te wonen. Iedereen begrijpt hoe het is om kunstenaar te zijn. Wij hebben ruimte nodig. Alleen al praktisch gezien. Heb je gezien hoeveel werk ik heb?

En ik houd ook niet op met werken. Dat kan niet, het moet eruit. Daar is geen ruimte voor in een normaal rusthuis. Het is hier ook meer een ONrusthuis "

In het enorme gebouw wonen nu 27 kunstenaars. Het is een bont gezelschap. Er zijn natuurlijk schilders en beeldhouwers, maar het huis kent ook een boekbinder, gitaristen, zangers, een drummer en een kunstenares die eten maakt. Zij heeft een etalier in plaats van een atelier, eten voor in etalages. Taarten, broodjes, fruit. Alles wat je wilt tentoonstellen op het gebied van eten.

Elke woensdag is er een samenkomst en één keer per maand wordt deze afgesloten met een gezamenlijke maaltijd. En als er iemand jarig is, dan kom je niet weg met een bloemetje. De muzikanten vinden elkaar en maken een lied. Gedichten worden voorgedragen en uitgewerkt op meters papier met prachtige afbeeldingen.

En ze hebben niet alleen de kunst als gemeenschappelijke deler. "We houden ook van een wijntje, dus het wordt nog weleens gezellig na een vergadering", zegt Helma. Marianne lacht instemmend mee.

 

Die gezelligheid vindt dus nogal eens plaats in deze eerste weken. Marianne vertelt dat ze erg blij is met haar nieuwe huis. Ze is echter nog blijer als ze een half jaar verder zijn. “Alles moet overlegd en geregeld. Mag je kunst op de gang zetten? Hoe richten we de gezamenlijke woonkamer in? Wat doen we met de balzaal? Ga zo maar door.”

 

Dan is het hele huis gezien. Van kapel tot zolder tot tuinkamer. Alle ateliers en appartementen. Het is een klein dorp. Er mist nog een winkeltje. Maar wie weet, ze zijn nog lang niet gesetteld. En er moeten nog 6 kunstenaars gevonden worden om het geheel compleet te maken. Dan kunnen de concerten, exposities en workshops beginnen. “We vergeten hier gewoon oud te worden!” lacht Marianne nog net voordat ze de deur achter ons dicht doet.

bottom of page