top of page

Haar ogen de kleur van de stof

 

Voor een portretinterview is het prettig om bij de persoon thuis af te spreken. Spullen verraden zoveel. Is het netjes geordend? Strak of speels?

Wat hangt er aan de muur, staat er muziek aan, welke?


 

Wat draagt hij/zij? Hoe zit het haar? Hoe beweegt iemand in zijn eigen omgeving? Is hij/zij snel afgeleid?

Die observaties neem je mee met alle vragen over gemaakte keuzes, meningen, angsten, onzekerheden, niet genomen keuzes, etcetera.


 

Nu maak ik een portret van Zaineb (29).

Dat werkt heel anders. Zaineb is niet haar echte naam. En Zaineb wil ook niet thuis afspreken. Ik kan niet zien of de plinten afgestoft zijn en ik hoor niet welke muziek ze graag luistert. Ik zie niet of haar haar vrolijk alle kanten op springt of dat het netjes in een strakke knot zit.

Zaineb draagt een nikab.


 

Ik ben benieuwd wat voor een vrouw er onder zo een doek schuilgaat. Mensen die ik portretteer hebben als persoon iets interessants.

Zaineb heb ik gevraagd puur vanwege haar uiterlijk. Ze was niet mijn eerste keuze. Niets persoonlijks, de eerste drie nikabvrouwen zeiden nee. Dat maakt niet uit, want ik weet niet wie er onder zit. Voor mij zijn ze hetzelfde.


 

Juist daarom wil ik graag praten met een vrouw die ervoor kiest om gesluierd door het leven te gaan. Haar uiterlijk geeft niks weg, behalve dat ze moslima is. Hoe is het om onder een lap stof door het leven te gaan? Waarom wil je dat? Beïnvloedt het je manier van geloven? Hoe kijk je naar vrouwen die ongesluierd door het leven gaan?


 

Qua uiterlijk moet ik het nu doen met stof. Bruin en veel en donker. En haar ogen. Ook bruin, dat dan weer wel. Wat ze weggeeft, is dat haar nikab is afgestemd op de kleur van haar ogen.

En zelfs de plek waar we afspreken laat niks los over haar. Ze neemt zich na ons gesprek voor 'vaker in de Bibliotheek van Overvecht te komen'. “Wanneer begin je eigenlijk met voorlezen voor je kind?” Zaineb heeft een dochtertje van anderhalf.


 

Wat er overblijft zijn haar woorden. En die komen makkelijk. Ze praat accentloos, haar stem is zacht en vloeibaar, soms is er een scherp randje. Meestal als ze iets zegt waar ze wellicht toch het hare van denkt?

Dat is mijn interpretatie, want oordelen doet zij niet;

“God oordeelt over ons. Niet ik. Het is aan mij om mij nederig op te stellen.”


 

Zaineb heeft twee zussen. Eén zus heeft geen hoofddoek. Haar andere zus wel, maar geen nikab.

“Zij moeten beter hun best doen. Dat weten zij zelf ook wel.” Ze lacht bescheiden. “Maar ik kijk niet op hen neer. Ik houd van hen evenveel. En vind mezelf niet beter.

Misschien hebben zij wel andere dingen die zij beter doen. Uiterlijk is niet alles. De nikab is een onderdeel van het geloof. Ik probeer ook andere dingen voor mijn geloof te doen.

Gewoon: meer vasten, meer gebed, jezelf er meer in verdiepen. Zuiveren, niet slecht denken.”


 

Op school merkte ze dat er anders naar haar gekeken werd. Met uitjes of schoolfeestjes ging ze niet mee. “Dat vond mijn vader niet goed, dat losbandige.” Op haar zestiende is Zaineb begonnen met haar zoektocht naar het geloof. “Tijdens de ramadan kreeg ik een gevoel over me heen. Een heel warm gevoel van 'er is meer in mijn geloof'. Er bleek veel meer moois te zijn binnen de islam dan wat wij zien.”

Ze begon meer en meer te lezen. Op 1 januari 2002 besloot ze een hoofddoek te gaan dragen. En zo is het verder gegroeid. “Een half jaar later droeg ik lange rokken. En kort daarna mijn nikab.”


 

Belijdt Zaineb haar geloof dan strenger dan haar familieleden?

“Niet strenger. Juister. In mijn omgeving heeft iedereen er respect voor en streeft er zelf ook naar om meer gelovig te zijn. Dat is eigenlijk altijd je doel in het geloof. Om verder te gaan. Het heeft allemaal met kennis te maken. Hoe meer kennis je op doet, hoe meer je ook weet van iets. En dan kom je er niet onderuit dat de nikab de enige juiste kleding is voor een goede moslima.”


 

Haar wimpers raken de stof rond haar ogen. Even schuift ze de sluier een halve centimeter omhoog en kunnen de mascaraloze wimpers weer vrij bewegen.


 

Zaineb heeft zelfstandig haar geloof eigen gemaakt. Er werd thuis wel gebeden, maar antwoord op vragen als: Wat is geloven? Wat is de islam? Wie is onze profeet? had ze niet. Daarom is ze zelf gaan lezen en is ze zichzelf gaan verdiepen. Haar dochtertje wil ze de gevonden antwoorden wel meegeven.

“Ik zal haar het geloof leren. Dat ze ervan houdt en het geloof toepast in het dagelijks leven. Dat is het belangrijkst. Ze moet weten wie haar schepper is. En de profeet.

Maar de islam verplicht niks. Ik kan haar niets dwingen.”


 

Dat het haar woorden zijn die haar portret zullen maken, is ook precies haar bedoeling. Dat het gaat om de woorden die ze je geeft en niet om haar uiterlijk. “Je wilt me zien? En daarna? Dan ben je me weer vergeten. Het zijn woorden die bijblijven.”


 

Maar welke woorden geeft ze mij? Ze is zo aardig en vriendelijk. Heel beleefd en aandachtig. Ze luistert naar wat ik vraag of vertel. Ze valt me niet in de reden en blijft bijna altijd rustig en kalm. Maar geeft ze wel haar eigen woorden als ze praat? Of zijn het de woorden van de Koran?

Praat ik met Zaineb of met een vertegenwoordiger? Is er nog een verschil tussen die twee? Is dat het probleem met religie? Dat je het eigen denken opzij zet om te belijden wat je voorgeschreven is?


 

“Ja, ik luister ook naar advies van vriendinnen, maar ik toets het altijd met de letter van de Koran.”


 

“Natuurlijk oordeel ik niet over vrouwen die geen nikab dragen. Het is niet makkelijk om ervoor te kiezen. Maar kennis geeft je geen andere keuze. Ik heb mij verdiept in het geloof. Ik heb gelezen en gezocht. En de Profeet is heel duidelijk geweest. Een vrouw hoort zich te bedekken. Daar is echt geen discussie over.”


 

“Maar wie is Zaineb? Wie ben jij?” vraag ik haar.

“Ik ben een vrouw in een nikab. Dat ben ik. Ik wil het welbehagen van Allah. Dat is mijn doel. Ik heb me totaal overgegeven omdat ik zie dat het de waarheid is. Ik vind alles erin. Al is het niet makkelijk om voor dit leven te kiezen. Het groeit. Je moet veel moeite doen om veel te leren, veel onderzoek doen. Het is niet makkelijk om de Koran te begrijpen.


 

Staat de hoofddoek niet voor onderdrukking van de vrouw?

“Geloof is vanuit vroeger ontstaan. Regels zijn van alle tijden. Juist in alle tijden. Als je kijkt hoeveel mensen er nu vreemdgaan, hoeveel echtscheidingen er nu zijn. Heel veel problemen worden opgelost door het geloof. Dat men dat als onderdrukking ziet, vind ik heel jammer. Want de vrouw heeft zoveel waarde. Als je kijkt naar een parel in de zee. Een parel wordt niet voor niks beschermd door haar schelp. Zo zie ik de vrouw. Zo ziet de islam de vrouw. Als een parel die beschermd wordt. Een vrouw wordt hier als een stuk vlees behandeld. Je hoeft maar de straat op te gaan en op elk bord zie je een vrouw. Naakt achter een auto, achter een stuk kaas. Een vrouw is een soort handelsmiddel. Ik vind dát onderdrukking. Ik vind het onderdrukking dat een vrouw perse aan dat beeld moet voldoen terwijl zoveel vrouwen daardoor depressief worden en soms zelfs tot zelfmoord overgaan. Waar draait het om? Om het lichaam van de vrouw in de ogen van de handelaren en commercie?

De islam is dat voor geweest. Allah heeft ons geschapen. Hij weet wat er in onze hersenen zit. Hij weet dat de man zoveel procent van de dag aan een vrouw denkt. Dan is het toch verstandig om daar richtlijnen voor te hebben.

God heeft ons richtlijnen gegeven. Voor een vrouw om zich te bedekken en voor een man om zich in te houden. De islam heeft ons geleerd om een hoofddoek te dragen en je schoonheid te bedekken. En schoonheid is je hele lichaam, dat zit niet alleen in je haren. Dus hiermee bescherm je jezelf.” Ze tilt wat van haar doek op om te laten zien dat het de stof is die haar beschermt.


 

Waarom leg je het allemaal bij de vrouw?

“De man is niet vrij. Hij mag een vrouw niet aan blijven kijken, niet zomaar aanraken. Er zijn ook regels voor mannen zoals kledingvoorschriften en geen oogcontact maken.”

Dat allemaal omdat de man zogenaamd zijn seksuele drang niet in bedwang kan houden?

“Dat is toch zo!” zegt Zaineb.


 

Ik leef in dezelfde maatschappij als Zaineb, maar ik ben nog nooit besprongen. Waarom heb ik die bescherming niet nodig en zij dan wel?

“Dan ben je al beschermd. Dan hadden ze misschien misbruik van je kunnen maken.”


 

Haar woorden komen snel en duidelijk. Zonder twijfel geeft ze overal een antwoord op. Ook over haar gedachten wat betreft de in deze maatschappij geaccepteerde homoseksualiteit.

“Ik heb niets tegen een homo. Een homo moet er zelf voor kiezen hoe hij zijn leven leidt, maar wat mijn geloof ervan vindt, daar kan ik niks aan veranderen. Binnen de islam is het niet toegestaan. Dat mannen dat met elkaar doen. Met elkaar een relatie hebben. Dat is niet van de natuur. Maar dat is niet alleen binnen de islam zo. Alleen daar wordt niet over gesproken. Alle geloven keuren dit af. Het is meer een probleem van de homofielengemeenschap dan van de moslim. Als wij zouden weggaan heeft een homo nog mensen die tegen hem zijn.

Maar hij hoeft tegen mij geen strijd te voeren. Ik ga tegen hem niet zeggen: 'waar ben je mee bezig?'”


 

Zo leeft ze een ander leven dan vele andere vrouwen in dit land. Waarom kiest ze ervoor om zichzelf buiten de maatschappij te zetten. Ze moest stoppen met haar opleiding tot onderwijs assistent. Ze liep stage op een islamitische basisschool, maar de nikab werd niet geaccepteerd. Werk vinden is bijna onmogelijk.

Ook viert ze geen verjaardagen, Sinterklaas of andere feesten van christelijke oorsprong. Ze viert wel Suikerfeest en geboorte. Haar doel van het leven is anders vertelt ze.

“Ik leef voor wat hierna komt. Mijn doel is het welbehagen van God ontvangen. Het leven hier is tijdelijk. Het is een examen. Het lijkt misschien heel lang, maar als het voorbij is, was het heel kort. Ik doe mijn best het examen te halen. God heeft ons alles gegeven om het examen te halen. Je krijgt het volledige pakket mee. Het is compleet. Om een gelukkig leven te leiden hier en hierna. Als je je hier vrij voelt, ben je straks ook vrij. Het is een voorproefje van wat hierna komt. Daarna is het voor eeuwig.”


 

“Ik weet waarvoor ik leef en dat is voor mij de waarheid.”


 

Zaineb heeft echt overal een antwoord op. Toch blijft het gevoel dat ik een antwoord krijg uit een boekje. Er is nergens ruimte voor twijfel of een andere mening dan de Koran. Nergens vind ik woorden die ik puur aan Zaineb kan toeschrijven.

Haar uiterlijk geeft mij een moslima. Haar woorden geven mij een moslima. Had ik net zo goed met nikab één of met nikab twee kunnen praten?

Het zijn dan misschien de woorden die me bijblijven, maar het zijn de woorden van de Koran en niet van haar. En daar is ze wellicht erg trots op.

 

bottom of page